Gender, Kleding en Representatie in de (Post-)Koloniale Moderniteit


De bijzondere rol van de nyai in de Europese huishoudens in Nederlands-Indië.

Omstreeks 1900 veranderde de doelstelling van het Nederlandse koloniale gezag in Indië. Met deze nieuwe mission civilatrice nam de toestroom van Nederlanders die naar Indië afreisde om hieraan mee te werken flink toe. Vaak was het zo dat de man voor de vrouw uit reisde. Deze, vaak nog ongehuwde stellen, trouwden op afstand waarbij een handschoentje als symbool voor de mannelijke aanwezigheid diende. Met deze instroom van westerse vrouwen vond een cultuuromslag in Nederland-Indie plaats.


In het hedendaagse Indonesië gaat de vrouw over het algemeen vroom gekleed: de busana Islami is een lange, wijde tuniek, waarbij de vrouw haar hoofd bedekt met een bijpassende djilbab. Klik op de link om meer te weten te komen over de politieke en culturele factoren die hebben bijgedragen aan de popularisering van Islamitische kledingtrends in de jonge, onafhankelijke Republiek Indonesië.
Over de tentoonstelling
In deze tentoonstelling wordt getoond hoe vanaf de kolonisatie van het voormalige OostIndië tot aan de huidige Republiek Indonesië de rol van de vrouw werd geseksualiseerd en geïnstitutionaliseerd. De ‘vrouw’, of zij nu een oorspronkelijke bewoner, of immigrante was, kreeg een rol en functie toebedeeld die het concept ‘vrouw’ een culturele positie gaf binnen het politieke machtsveld van de kolonisatie en de periode van dekolonisatie en revolutie. Het moderne genderdualisme, waarbij de notie van de vrouwelijkheid tot stand kwam resulteerde zodanig in manvrouw verhoudingen dat alles wat oorspronkelijk daar tussenin zat verdween (Bugi’s). Naast de biologische genderdefinitie kan dit genderdualisme ook dienen als een cultureel metafoor voor de machtsverwikkelingen, waarin de machtshebber staat voor masculiniteit en het passieve representatieve object voor femininiteit. Aan de hand van de verschillende kledingstukken, die als kapstok dienen voor de verschillende periodes van het koloniale NederlandsIndië en het moderne Indonesië, onderzoekt en deconstrueert deze tentoonstelling deze culturele en politieke machtsconstructies en toont hoe politiek en cultureel beleid hand in hand gingen en gaan in deze moderne genderconstructie. Het kledingstuk is zowel een verlengstuk van het politieke beleid van de machtshebbers letterlijk een korset dat de culturele positie van het individu afdwingt, maar tegelijkertijd k iest en consumeert het ‘vrije’ individu zijn of haar kleding ook, met als doel zichzelf een identiteit te geven en te representeren. Deze wisselwerking van de moderniteit (zowel een koloniale als een postkoloniale) bepaalt en creëert genderverhoudingen.